We kwamen dit artikel tegen in Ekoland , een magazine voor duurzame landbouw.
LNV: Doelstelling 15 procent biologisch landbouwareaal niet haalbaar als consumentengedrag niet verandert
(bron ekoland)
Adema: „Het klinkt zo makkelijk: pas de prijs aan en consumenten kiezen wél voor biologische producten, maar er zit zoveel meer achter. Consumenten kunnen dan wel gewoontedieren zijn, ze moeten wel meegaan in de verandering naar duurzame producten. Biologisch is daar een sterk voorbeeld van. Omdat we gewoontedieren zijn, kijk ik ook specifiek naar de supermarkten: supermarkten weten als geen ander producten aantrekkelijk aan te bieden aan de consumenten. Supermarkten kunnen hun klanten meenemen in de meerwaarde van biologische productie.”
Hoe moeten supermarkten dat dan precies doen? „Zij kunnen bijvoorbeeld de producten op goede hoogte in de schappen zetten en zorgen dat bijvoorbeeld het huismerk duurzaam is. Alleen samen kunnen we ons voedselsysteem verduurzamen.”
Moeilijk
Het is nu omonwonden vastgesteld door het LNV-onderzoek: consumenten gaan lekker op routine. Het ministerie van LNV schrijft: ‘Consumenten ontwikkelen routines en gewoontes tijdens hun dagelijkse of wekelijkse boodschappen. Omdat dit gedrag zich over een langere periode ontwikkelt, is het voor consumenten moeilijk om dat te veranderen. Dit gaat niet vanzelf.’
Op dit moment koopt een meerderheid van de consumenten naar eigen zeggen weleens biologische producten. Er is een kleine groep die dit regelmatig of (bijna) altijd doet: 19 procent koopt vaak/altijd biologische producten in het algemeen; 16 procent koopt vaak/altijd biologische aardappels; 20 procent koopt vaak/altijd biologische melk. Ongeveer een vijfde denkt dat ze in de komende maanden waarschijnlijk vaker biologische producten zullen kopen dan nu. Dit betreft voornamelijk mensen die al regelmatig biologisch kopen.
Niet overtuigd
De intentie om vaker biologisch te kopen is lager of zelfs afwezig bij degenen die nooit biologische producten kopen. Daarnaast is het wel of niet kopen van biologische producten ook een kwestie van zelfbeeld; past het huidige imago van het kopen van biologisch voedsel bij hoe de consument zichzelf ziet. ‘Consumenten die aangeven op dit moment geen biologische producten te kopen, hebben het gevoel dat de hogere kosten van biologisch niet de hogere prijs van de producten rechtvaardigen. Met andere woorden, ze vinden de voordelen van biologische producten niet overtuigend of onderscheidend genoeg’, schrijft LNV.
Het ministerie legt vervolgens uit waarom biologische producten wat duurder zijn en wat het biologische keurmerk precies inhoudt. ‘Het is begrijpelijk dat niet iedereen biologische producten koopt als deze duurder zijn dan niet-biologische varianten. Maar als meer mensen iets vaker voor biologisch kiezen, komen er steeds meer biologische varianten in de supermarkt en wordt het prijsverschil op termijn ook kleiner.’
Geld beschikbaar
Voor 2023 en 2024 is in totaal 26 miljoen euro beschikbaar gemaakt om de omschakeling naar biologische en natuur-inclusieve landbouw te stimuleren. Daarnaast is er in juni 2023 voor ondersteuning van een marktprogramma 50 miljoen euro beschikbaar gesteld tot 2030. LNV: ‘Naast dit gedragsonderzoek werkt het ministerie samen met ketenpartijen, zoals supermarkten en boeren, al aan diverse projecten om de marktontwikkeling te stimuleren. Deze worden de komende periode verder worden uitgewerkt. Alleen met deze samenwerking op zowel het vergroten van het aanbod als het stimuleren van de vraag is het doel van 15 procent biologisch landbouwareaal in 2030 haalbaar.’
Om (agrarische) ondernemers en iedereen met vragen hierbij te helpen is bij RVO de website ‘Wegwijzer Biologisch Ondernemen’ opgezet. Hier kunnen ondernemers met vragen terecht over bijvoorbeeld regelgeving, financiering en wetenschappelijke kennis. Ook is er gestart met een pilot bij de Rijksoverheid om een groter percentage biologische catering in te kopen. Wordt er bij RVO een markt ontwikkelprogramma opgezet en is er recent een kennisagenda gepubliceerd. De resultaten van het Motivaction-onderzoek zullen worden gebruikt als basis voor een brede communicatiecampagne.