Skip to main content

Dit Corazon artikel levert bewijzen aan dat Alzheimers te verhelpen is! Zij die of hun ouders of andere geliefde nabij hebben die Alzheimers hebben moeten vanaf nu weten dat het consumeren van suikerhoudende producten, en met name de fructose in suiker , een hoofdrol speelt in de ontwikkeling van Alzheimer bij hun ouders en geliefden.

Fructose, een molecuul in suiker , welke je in veel bewerkte supermarkt voedingsmiddelen en dranken vind, draagt bij, en nu onomstotelijk bewezen, aan verstoringen van de stofwisseling in onze hersenen en reduceert de energie aanmaak in onze cellen.

Dat leidt tot, onder ander, de neurodegeneratieve aandoeningen , beter bekend als Alzheimer!

We zetten wat verbanden op een rij:

  1. Insulineresistentie en hersenfunctie: Chronische consumptie van fructose levert je insulineresistentie op. Insuline speelt een belangrijke rol in het reguleren van bloedsuikerspiegels en beïnvloedt ook de hersenfunctie. In de hersenen helpt insuline bij de regulering van geheugen en leervermogen. Als de hersenen resistent worden voor insuline, kunnen geheugenproblemen ontstaan, wat een kenmerk is van Alzheimer.
  2. Ontsteking en oxidatieve stress: Fructose bevordert ontstekingsprocessen en veroorzaakt oxidatieve stress. Deze vormen van ontstekingen en vrije radicalen kunnen hersencellen beschadigen. Bij Alzheimer zijn ontsteking en oxidatieve stress belangrijke factoren die bijdragen aan het verlies van neuronen en de opbouw van amyloïde plaques in de hersenen.
  3. Verstoring van het energiegebruik in de hersenen: Hersencellen zijn heel sterk afhankelijk van glucose voor energie. Chronische consumptie van fructose kan het vermogen van de hersenen om glucose efficiënt te gebruiken efficient verstoren. Dit kan leiden tot een energiecrisis in de hersenen, wat hersencellen kwetsbaarder maakt voor processen.
  4. Verhoging van urinezuur: Fructose verhoogt de productie van urinezuur in het lichaam. Verhoogde urinezuurspiegels zijn in verband gebracht met cognitieve achteruitgang en dementie, waaronder Alzheimer. Dit komt doordat hoge urinezuurspiegels kunnen bijdragen aan een verhoogde ontsteking en oxidatieve schade aan de bloedvaten in de hersenen.
  5. Effect op de hippocampus: De hippocampus is het deel van de hersenen dat verantwoordelijk is voor geheugen en leren. Uit dierstudies is gebleken dat een dieet met veel fructose de hippocampus beschadigd, wat kan leiden tot leer- en geheugenstoornissen, een kenmerk van Alzheimer.

Toch houd men de boot af

Hoewel er nu zat onderzoek gedaan is naar de werking van suiker op het lichaam en dat daarin onomstotelijk bewezen is wat Fructose in relatie met hersen activiteiten doet wil de huidige medische wereld toch nog meer onderzoek! On begrijpelijk als we naar het leed kijken want dieet en leefstijl verandering kan direct verbetering brengen. Dit ook met het feit dat dieet geen schade aanricht aan mensen die het dieet gaan volgen. Dus doen! Corazon ziet het gedrag van de huidige medische wereld als alleen maar zolang mogelijk stagneren zodat de dominanten in de farmaceutica en de medici wereld kunnen doorgaan op de huidige weg van behandelen. Bij hun is er geen genezing mogelijk voor Alzheimer , wat ze ook openlijk verkondigen, maar waar wij zien dat het geld de drijfveer is omdat het jaarlijks vele miljarden aan omzetten voor hun producten en diensten betaald moeten worden.

Werking Fructose is nu bekend 

De exacte rol van fructose bij oa Alzheimer is vast gesteld door onder ander Amerikanen zoals Dr. R.Johnson en dr R. Lustig. Zij hebben belangrijke ontdekking gedaan en vastgesteld hoe de stof indirect of direct bijdraagt aan de ontwikkeling van allerlei chronische ziekten waaronder dus Alzheimer. Het ouderen helpen die kampen met momenten van Alzheimer is de oplossing voor hun afwijkingen. Vermijden van overmatige consumptie van fructose is enigste en daarom noodzakelijk voor de gezondheid van de hersenen, vooral bij het ouder worden en weer gezond worden als Alzheimer is opgetreden.

Gezamenlijk maken we Nederland gezond en duurzaam                Gezamenlijk maken we Nederland gezond en duurzaam            . 

Gezamenlijk maken we Nederland gezond en duurzaam                Gezamenlijk maken we Nederland gezond en duurzaam            . 

In de hedendaagse dagelijks hoeveelheden Fructose die we van kinds af aan consumeren verzwakt onze energie en brengt het grote schade aan veel organen in het lichaam. Dit omdat Fructose bedoeld is dat het in het de energie aanmaak sterk moet reduceren om een snelle grote hoeveelheid vet aan te leggen op weg naar de winters slaap. Fructose heeft ook belangrijke werking tijdens de winterslaap. Top stof ter voorbereiding en tijdens de winterslaap maar enorm schadelijk voor mensen omdat wij geen winterslaap houden.

 

Fructose heeft in de natuur een belangrijke rol bij het voorbereiden van dieren op periodes van voedselschaarste, zoals tijdens de winterslaap. Hoewel mensen geen winterslaap houden, zijn er grote overeenkomsten te vinden in hoe fructose door het lichaam word gebruik bij het opslaan van energie. Hier zijn enkele van de natuurlijke functies van fructose in verband met overleving en winterslaap:

1. Vetopslag en energieopslag:

Fructose bevordert dus de omzetting van koolhydraten naar vet. In het wild gebruiken dieren, zoals beren, fructose uit fruit en andere natuurlijke bronnen om vet op te slaan in de aanloop naar hun winterslaap. Dit opgeslagen vet fungeert vervolgens als hun primaire energiebron gedurende de wintermaanden, wanneer voedsel schaars is.

Bij mensen: Hoewel we geen winterslaap houden, kan fructose op een soortgelijke manier de vetopslag in het lichaam verhogen. Wanneer fructose wordt geconsumeerd, wordt het in de lever omgezet in vetzuren, wat leidt tot verhoogde vetopslag. Evolutionair gezien was dit waarschijnlijk nuttig in tijden van voedselschaarste, omdat vet een efficiënte energiebron is.

2. Verlaging van het metabolisme:

Bij sommige dieren helpt fructose indirect bij het vertragen van het metabolisme, oftewel de stofwisseling. Tijdens periodes van schaarste helpt een trager metabolisme om energie te besparen. Dit stelt in staat om langer te overleven op hun vetreserves tijdens de winter, wanneer voedselbronnen beperkt zijn. Door de vetopslag te bevorderen en het metabolisme te vertragen, zorgt fructose ervoor dat dieren voldoende energie hebben om de winter door te komen.

Bij mensen: Het effect van fructose op het metabolisme is subtieler, maar regelmatig hoge consumptie van fructose kan het metabolisme verstoren en leiden tot insulineresistentie en een toename van vetopslag, wat bijdraagt aan overgewicht.

3. Stimulatie van eetlust en dorst:

Fructose verhoogt ook de eetlust door de productie van bepaalde hormonen, zoals het ‘hongerhormoon’, te beïnvloeden. Dit zorgt ervoor dat dieren meer gaan eten in de aanloop naar de winterslaap om hun vetreserves aan te vullen. Bovendien stimuleert fructose het dorstgevoel, wat dieren helpt voldoende vocht op te slaan voor langere periodes zonder water.

Bij mensen: Fructose heeft een vergelijkbaar effect door de eetlust te stimuleren, vooral als het in grote hoeveelheden wordt geconsumeerd via bewerkte voedingsmiddelen, snoep en dranken. Dit kan leiden tot zoeken en overeten en gewichtstoename, wat schadelijk is voor de gezondheid.

4. Verhoogde urinezuurproductie en waterretentie:

Fructose verhoogt ook de productie van urinezuur, wat op zijn beurt waterretentie kan veroorzaken. Dit is belangrijk voor dieren die zich voorbereiden op de winterslaap, omdat ze langer zonder water moeten overleven. Door het vasthouden van water in het vet kunnen ze hun hydratatie op peil houden, zelfs in periodes waarin er weinig of geen toegang tot water is.

Bij mensen: De verhoogde urinezuurproductie als gevolg van fructoseconsumptie kan leiden tot negatieve effecten zoals een verhoogd risico op jicht en hoge bloeddruk, maar evolutiegewijs was dit eigenlijk een overlevingsmechanisme voor tijden van schaarste.

Samenvatting:

De natuurlijke functie van fructose is om dieren te helpen overleven tijdens perioden van schaarste door:

  • Vetopslag te bevorderen.
  • Het metabolisme te vertragen.
  • Eetlust en dorst te stimuleren.
  • Waterretentie te ondersteunen.

Deze mechanismen hielpen dieren zoals beren zich voor te bereiden op de winterslaap, terwijl ze ook een evolutionair voordeel boden aan mensen in tijden van voedselschaarste. Tegenwoordig, met de overvloed aan voedsel, heeft overmatige fructoseconsumptie het metabole probleem als gevolg met ziekten als obesitas, insulineresistentie en diabetes en Alzheimer.

Wanneer cellen minder ATP aanmaken, heeft dat gevolgen voor het functioneren van cruciale organen in het lichaam. ATP is de belangrijkste energiebron voor vrijwel alle cellulaire processen, en een tekort aan ATP kan leiden tot inefficiënte orgaanfuncties en bijdragen aan de ontwikkeling van chronische ziekten. Hier is een korte beschrijving van hoe een tekort aan ATP specifieke organen beïnvloedt:

1. Hersenen:

De hersenen zijn sterk afhankelijk van ATP voor alle cognitieve functies, waaronder geheugen, concentratie en zenuwcommunicatie. Een tekort aan ATP kan leiden tot:

  • Verminderde cognitieve functie, zoals geheugenproblemen en concentratiestoornissen.
  • Een verhoogd risico op neurodegeneratieve ziekten, zoals Alzheimer en Parkinson, door schade aan neuronen en een toename van oxidatieve stress.

2. Hart:

Het hart heeft een constante toevoer van energie nodig om effectief te pompen. Bij een gebrek aan ATP kan het hart niet optimaal functioneren, wat kan leiden tot:

  • Hartfalen of verminderde pompkracht, wat kan resulteren in vermoeidheid, kortademigheid en vochtophoping.
  • Een verhoogd risico op cardiomyopathie en hartritmestoornissen door verminderde energievoorziening naar de hartspier.

3. Lever:

De lever speelt een centrale rol in de stofwisseling, ontgifting en de opslag van energie. Een ATP-tekort in de lever kan leiden tot:

  • Niet-alcoholische leververvetting (NAFLD), omdat de lever meer vet opslaat wanneer er een gebrek is aan ATP.
  • Verminderde detoxificatiecapaciteit, wat kan bijdragen aan de ophoping van giftige stoffen en een verhoogd risico op leverziekten.

4. Nieren:

De nieren gebruiken ATP voor het filteren van bloed en het verwijderen van afvalstoffen. Een tekort aan ATP kan leiden tot:

  • Nierinsufficiëntie of verminderde nierfunctie, wat resulteert in slechte afvalverwijdering uit het lichaam.
  • Verhoogd risico op chronische nierziekte, wat gepaard kan gaan met hoge bloeddruk en een verhoogde kans op hart- en vaatziekten.

5. Spieren:

Spieren hebben veel ATP nodig voor samentrekking en herstel. Een ATP-tekort kan leiden tot:

  • Spierzwakte en vermoeidheid, omdat de spieren niet voldoende energie hebben om optimaal te functioneren.
  • Een verhoogd risico op spieratrofie (spierafbraak) en een verminderde inspanningstolerantie.

6. Pancreas:

De pancreas is verantwoordelijk voor de productie van insuline, en ATP is nodig om de insuline-afgifte te reguleren. Een tekort aan ATP kan leiden tot:

  • Verminderde insulineproductie, wat bijdraagt aan insulineresistentie en de ontwikkeling van diabetes type 2.
  • Problemen met de regulatie van de bloedsuikerspiegel, wat leidt tot schommelingen die schadelijk zijn voor het hele lichaam.

Relatie met chronische ziekten:

Wanneer organen systematisch minder ATP produceren, kan dit leiden tot een cascade van metabole verstoringen die bijdragen aan de ontwikkeling van chronische ziekten, zoals:

  • Diabetes: Door verminderde insulineproductie en slechtere glucoseverwerking.
  • Hart- en vaatziekten: Door verminderde hartfunctie en vasculaire gezondheid.
  • Neurodegeneratieve ziekten: Door schade aan de zenuwcellen in de hersenen.
  • Leverziekten: Zoals leververvetting door een onbalans in de vet- en energieopslag.

Een tekort aan ATP heeft dus directe en indirecte gevolgen voor de gezondheid van verschillende organen, wat kan bijdragen aan de ontwikkeling van ernstige chronische aandoeningen.

Een belangrijk aspect van fructose in de stofwisseling is dat het bewust bijdraagt aan ATP-reductie om het lichaam aan te zetten tot vetopslag. Dit mechanisme is evolutionair nuttig geweest voor het overleven in tijden van schaarste, zoals in periodes waarin voedsel beperkt was of om dieren voor te bereiden op de winterslaap. Hier is hoe dit proces werkt:

1. Fructose en ATP-reductie:

Wanneer fructose wordt geconsumeerd, wordt het vrijwel volledig in de lever gemetaboliseerd. Dit proces begint met de omzetting van fructose in fructose-1-fosfaat door het enzym fructokinase. Dit enzym werkt zonder de regulatie die optreedt bij glucosemetabolisme, waardoor het snel ATP uitput.

  • Fructokinase gebruikt ATP om fructose om te zetten, wat snel leidt tot een verlaging van de ATP-niveaus in de levercellen. Dit gebeurt omdat fructokinase niet wordt geremd door feedbackmechanismen, zoals bij glucosemetabolisme wel het geval is.

2. ATP-uitputting triggert vetopslag:

De afname van ATP zorgt ervoor dat het lichaam overschakelt op andere overlevingsstrategieën. Wanneer de ATP-niveaus dalen, stijgen de niveaus van AMP (adenosinemonofosfaat), een signaalmolecuul dat aangeeft dat de energievoorraden laag zijn. Deze toename van AMP activeert bepaalde mechanismen in het lichaam om energie te gaan opslaan in plaats van te verbruiken.

  • Vorming van vet (lipogenese): De uitputting van ATP in de lever zorgt ervoor dat het lichaam overgaat op de productie van vetzuren uit de fructosemetabolieten (glyceraldehyde en dihydroxyacetonfosfaat). Deze vetzuren worden vervolgens omgezet in triglyceriden en opgeslagen in vetweefsel. Dit is een efficiënte manier voor het lichaam om overtollige energie op te slaan voor later gebruik.
  • Energieopslag in plaats van verbranding: Het lichaam is geëvolueerd om tijdens periodes van overvloed energie op te slaan in de vorm van vet. Dit beschermingsmechanisme hielp bij het overleven tijdens tijden van voedselschaarste of bij dieren die zich voorbereiden op winterslaap. Door ATP bewust te verlagen, wordt het lichaam in een toestand van energiebesparing gebracht, wat leidt tot vetopslag in plaats van energieverbranding.

3. Verhoogde urinezuurproductie en vetopslag:

De toename van AMP als gevolg van ATP-uitputting leidt ook tot de productie van urinezuur. Verhoogde urinezuurspiegels zijn niet alleen een marker voor energie-uitputting, maar stimuleren ook verdere vetopslag en verminderen de efficiëntie van mitochondriën (de energiefabriekjes van de cel). Dit betekent dat de mitochondriën minder goed in staat zijn om energie (ATP) te produceren, wat verdere opslag van energie in de vorm van vet stimuleert.

4. Evolutionaire strategie: voorrang aan vetopslag boven ATP-productie:

De evolutie van dit mechanisme kan worden gezien als een strategie voor overleving. Fructose verminderde bewust ATP-niveaus en verschoof het metabolisme naar vetopslag in tijden van overvloed, zodat het lichaam tijdens periodes van schaarste of stress (zoals koude winters) toegang had tot opgeslagen vetreserves. De tijdelijke vermindering van ATP was een prijs die het lichaam betaalde voor het opbouwen van energieopslag voor de toekomst.

  • Oorspronkelijk voordeel: Vroeger was dit mechanisme nuttig omdat het overleving verzekerde tijdens tijden van voedselschaarste. Mensen consumeerden fructose voornamelijk uit seizoensgebonden fruit, wat het lichaam aanzette tot tijdelijke vetopslag zonder negatieve gevolgen.
  • Huidig nadeel: In de moderne tijd, met een continue overvloed aan voedsel (vooral bewerkte voedingsmiddelen rijk aan fructose), zorgt ditzelfde mechanisme echter voor chronische vetopslag en draagt het bij aan ziekten zoals obesitas, leververvetting en insulineresistentie.

5. Samenvatting: ATP-verlaging als trigger voor vetopslag:

Fructose reduceert bewust ATP-niveaus om het lichaam aan te zetten tot vetopslag via de volgende stappen:

  • Fructose wordt in de lever omgezet, waarbij ATP snel wordt gebruikt.
  • De afname van ATP verhoogt AMP, wat vetopslag triggert.
  • De verhoogde AMP-niveaus leiden tot meer urinezuurproductie, wat verder bijdraagt aan vetopslag en verminderde energie-efficiëntie in de mitochondriën.
  • Dit proces is evolutionair bedoeld om energie op te slaan voor periodes van voedselschaarste, maar in de moderne tijd leidt dit tot overmatige vetopslag en metabole ziekten.

Dit mechanisme toont aan hoe fructose evolutionair gezien nuttig was, maar bij overmatige consumptie in de hedendaagse context problematisch kan zijn voor de gezondheid.

Wanneer cellen minder ATP aanmaken, heeft dat gevolgen voor het functioneren van cruciale organen in het lichaam. ATP is de belangrijkste energiebron voor vrijwel alle cellulaire processen, en een tekort aan ATP kan leiden tot inefficiënte orgaanfuncties en bijdragen aan de ontwikkeling van chronische ziekten. Hier is een korte beschrijving van hoe een tekort aan ATP specifieke organen beïnvloedt:

1. Hersenen:

De hersenen zijn sterk afhankelijk van ATP voor alle cognitieve functies, waaronder geheugen, concentratie en zenuwcommunicatie. Een tekort aan ATP kan leiden tot:

  • Verminderde cognitieve functie, zoals geheugenproblemen en concentratiestoornissen.
  • Een verhoogd risico op neurodegeneratieve ziekten, zoals Alzheimer en Parkinson, door schade aan neuronen en een toename van oxidatieve stress.

2. Hart:

Het hart heeft een constante toevoer van energie nodig om effectief te pompen. Bij een gebrek aan ATP kan het hart niet optimaal functioneren, wat kan leiden tot:

  • Hartfalen of verminderde pompkracht, wat kan resulteren in vermoeidheid, kortademigheid en vochtophoping.
  • Een verhoogd risico op cardiomyopathie en hartritmestoornissen door verminderde energievoorziening naar de hartspier.

3. Lever:

De lever speelt een centrale rol in de stofwisseling, ontgifting en de opslag van energie. Een ATP-tekort in de lever kan leiden tot:

  • Niet-alcoholische leververvetting (NAFLD), omdat de lever meer vet opslaat wanneer er een gebrek is aan ATP.
  • Verminderde detoxificatiecapaciteit, wat kan bijdragen aan de ophoping van giftige stoffen en een verhoogd risico op leverziekten.

4. Nieren:

De nieren gebruiken ATP voor het filteren van bloed en het verwijderen van afvalstoffen. Een tekort aan ATP kan leiden tot:

  • Nierinsufficiëntie of verminderde nierfunctie, wat resulteert in slechte afvalverwijdering uit het lichaam.
  • Verhoogd risico op chronische nierziekte, wat gepaard kan gaan met hoge bloeddruk en een verhoogde kans op hart- en vaatziekten.

5. Spieren:

Spieren hebben veel ATP nodig voor samentrekking en herstel. Een ATP-tekort kan leiden tot:

  • Spierzwakte en vermoeidheid, omdat de spieren niet voldoende energie hebben om optimaal te functioneren.
  • Een verhoogd risico op spieratrofie (spierafbraak) en een verminderde inspanningstolerantie.

6. Pancreas:

De pancreas is verantwoordelijk voor de productie van insuline, en ATP is nodig om de insuline-afgifte te reguleren. Een tekort aan ATP kan leiden tot:

  • Verminderde insulineproductie, wat bijdraagt aan insulineresistentie en de ontwikkeling van diabetes type 2.
  • Problemen met de regulatie van de bloedsuikerspiegel, wat leidt tot schommelingen die schadelijk zijn voor het hele lichaam.

Relatie met chronische ziekten:

Wanneer organen systematisch minder ATP produceren, kan dit leiden tot een cascade van metabole verstoringen die bijdragen aan de ontwikkeling van chronische ziekten, zoals:

  • Diabetes: Door verminderde insulineproductie en slechtere glucoseverwerking.
  • Hart- en vaatziekten: Door verminderde hartfunctie en vasculaire gezondheid.
  • Neurodegeneratieve ziekten: Door schade aan de zenuwcellen in de hersenen.
  • Leverziekten: Zoals leververvetting door een onbalans in de vet- en energieopslag.

Een tekort aan ATP heeft dus directe en indirecte gevolgen voor de gezondheid van verschillende organen, wat kan bijdragen aan de ontwikkeling van ernstige chronische aandoeningen.

Leave a Reply