Patiënten met gevorderd melanoom die behandeld werden met immuun-checkpuntremmers (ICI’s) deden het ‘significant’ beter als ze gezond aten. Dat blijkt uit Nederlands onderzoek, afgelopen weekend gepresenteerd tijdens een congres voor gastro-enterologen in Wenen. Het gunstige voedingspatroon kenmerkte zich door vetten uit olijven, noten en vis en door vezels en polyfenolen uit groenten, fruit en volle granen.
Immunotherapie werkt soms heel goed, maar vaak ook niet. De speurtocht naar factoren die daar een rol bij spelen is wereldwijd in volle gang en komt opmerkelijk vaak uit in de darm. De wisselwerking tussen de darmbewoners – het darmmicrobioom – en het immuunsysteem beïnvloedt de effectiviteit van ICI’s, zoveel is zeker. Hoe ze dat doen is de wetenschappelijk gemeenschap allesbehalve helder.
Grotere overlevingskansen
Een grote internationale studie, waarover MMV eerder dit jaar berichtte en volgens het Universitair Medisch Centrum Groning ‘het meest uitgebreide onderzoek tot nu toe uitgevoerd’, vond duidelijk bewijs dat de darmflora de effectiviteit van immunotherapie bij melanoom beïnvloedt.
Ondanks dat de verschillen tussen de onderzochte patiëntengroepen geen al te grote generalisaties toelieten, durfde epidemioloog Tim Spector van King’s College London wel de link met gezonde voeding te leggen. De studie belichtte volgens Spector ‘de potentiële impact van een goed dieet en darmgezondheid op de overlevingskansen van patiënten die immuuntherapie ondergaan.’
Rol voor voedingsinterventies in behandelplan
De in Wenen gepresenteerde resultaten van het vervolgonderzoek bevestigen het vermoeden dat de aanwezigheid van buikbacteriën en hun invloed op de effectiviteit van behandeling met ICI’s, afhangt van het dieet van de patiënt. Britse en Nederlandse onderzoekers analyseerden het voedingspatroon van 91 patiënten. Onder degenen die er een gezond dieet op nahielden, sloeg de immuuntherapie vaker aan. Ook ging deze ‘Mediterrane voedingswijze’, zoals de onderzoekers het eetpatroon karakteriseren, samen met een betere progressievrije overleving na twaalf maanden.
Daarbij verlaagde de consumptie van peulvruchten en volle granen de waarschijnlijkheid van bijwerkingen zoals darmontsteking. Rood vlees daarentegen verhoogde dat risico.
Hoe groot de kans op gunstiger uitkomsten precies was, wordt niet vermeldt. Het persbericht van United European Gastroenterology beperkt zich tot ‘significant’. En hoewel het onderzoek een associatie aantoont en nog geen bewijs van de oorzakelijkheid mag vormen, stelt onderzoeker Laura Bolte van het UMCG: ‘Onze studie onderstreept hoe belangrijk het is voorafgaand aan de behandeling met ICI’s de eetgewoonten van patiënten te beoordelen. En het pleit voor een rol voor voedingsinterventies als strategie om de behandelingsresultaten en de overleving te verbeteren.’
Klinisch onderzoek ‘onderweg’
Bolte, die op het onderwerp hoopt te promoveren, zegt dat de relatie tussen voeding, het darm-microbioom en de respons op ICI’s een ‘veelbelovend en opwindend toekomstperspectief opent’. Patiëntonderzoeken naar het effect van vezels, suppletie met omega 3-vetzuren en ketogene diëten zijn ‘onderweg’. De resultaten van dergelijke klinische studies kunnen bewijzen of de gevonden verbanden toevallig zijn of niet.
‘Aangezien ICI-therapie uitgebreid wordt naar verschillende andere tumortypen, waaronder kankers van het spijsverteringskanaal, zouden veel meer kankerpatiënten in de toekomst kunnen profiteren van de betere behandelmogelijkheden.’
Het onderzoek van Bolte en collega’s is nog niet gepubliceerd.