De 29e Klimaattop van de Verenigde Naties, die dit jaar in Bakoe, Azerbeidzjan, plaatsvindt, roept veel vragen op. Niet alleen over de vraag of er überhaupt een akkoord uit de onderhandelingen zal komen, maar vooral over de keuze van gastland: een staat die letterlijk en figuurlijk drijft op olie en gas. Hoe serieus is een klimaatakkoord wanneer het wordt voorgezeten door een land dat afhankelijk is van de fossiele industrie?
Voor ons, bij Corazon, was de keuze snel gemaakt: dit jaar slaan wij de top over. Niet alleen vanwege de dubieuze rol van Azerbeidzjan in het klimaatbeleid, maar ook vanwege de schending van mensenrechten in de regio. De recente gewelddadige inname van de Armeense enclave Nagorno-Karabach laat zien hoe ver het land bereid is te gaan voor politieke en economische belangen, zonder oog voor medemenselijkheid of internationale normen.
Klimaattop of poppenkast?
De onderhandelingen in Bakoe verlopen allesbehalve soepel. Halverwege de bijeenkomst lijkt een akkoord verder weg dan ooit. Het draait – zoals zo vaak – om geld. Armere landen eisen eerlijke compensatie van rijke landen om zich te wapenen tegen klimaatverandering en hun uitstoot te verminderen. Hoewel eerder is afgesproken dat dit een prioriteit is, blijft de uitvoering steken in vaagheden.
Het gastland stelde een fonds van 250 miljard dollar per jaar voor, een bedrag dat volgens de armere landen verre van toereikend is. Zij eisen 1300 miljard dollar per jaar. Niet geheel onterecht: veel van deze landen dragen de zwaarste lasten van klimaatverandering, terwijl hun bijdrage aan de wereldwijde uitstoot minimaal is.
Ondertussen groeit de frustratie over de gebrekkige organisatie door Azerbeidzjan. Diplomaten klagen dat het land nauwelijks pogingen doet om de deelnemers op één lijn te krijgen, waardoor er nu buiten de officiële voorzitter om wordt onderhandeld.
Een wrang contrast
Het voelt als een wrang toneelstuk: een klimaattop georganiseerd door een land dat zijn rijkdom te danken heeft aan fossiele brandstoffen. Azerbeidzjan heeft er weinig belang bij om drastische klimaatmaatregelen te steunen, en dat blijkt. Maar wat deze top nog schrijnender maakt, is de geopolitieke context.
Nagorno-Karabach, een regio die historisch en cultureel diep geworteld is in de Armeense identiteit, werd onlangs met geweld overgenomen door Azerbeidzjan. De wereld keek toe, maar bleef stil. Het contrast met de massale aandacht voor andere conflicten, zoals Gaza en Donetsk, is pijnlijk. Het lijkt alsof het leed van Joods christelijke gemeenschappen minder zwaar wegen in de internationale arena.
Voor ons is dit een teken aan de wand. Hoe serieus nemen we de VN en de internationale gemeenschap als ze een klimaattop laten organiseren door een land dat openlijk internationale regels en mensenrechten schendt?
Leren van onze fouten
De wereld kan zich geen gemiste klimaattop veroorloven, maar we moeten ook eerlijk zijn: de keuzes die we maken voor gastlanden en organisatoren, zeggen veel over onze prioriteiten. Het is tijd om lessen te trekken uit Bakoe. Een rechtvaardig klimaatakkoord vereist niet alleen financiële toezeggingen, maar ook een ethische basis.
Bij Corazon blijven we werken aan duurzaamheid en rechtvaardigheid, vanuit onze eigen gemeenschap en regio. Het geloof in een betere wereld begint hier, in ons dagelijks leven, met eerlijke keuzes en echte verbinding. Laten we ons richten op de schepping en elkaar, en niet op winst of macht.
De vraag is niet alleen hoe we de aarde beschermen, maar ook wie we in dat proces beschermen – en of we iedereen een stem geven aan de onderhandelingstafel.